Vanmorgen, met het uitlaten van de hond, schoot mij de melodie van ‘Summertime’ door het hoofd.
Hoezo, ‘livin’ is easy’? Nog nooit zo’n beroerd begin van de zomer meegemaakt (ik ben dan ook niet van een oorlogsgeneratie). En dan heb ik het niet eens over het weer, hoewel dat op dit moment ook niet om over naar huis te schrijven is. Waarom zou ik trouwens naar huis schrijven? Net zoals zoveel Nederlanders, Europeanen en bijna alle wereldbewoners ben ik nog nooit zoveel thuis geweest als afgelopen maanden. Stom virus. Stomme regelgeving. Stomme regering. Stomme wetenschappers. Stomme media. Stomme wereldbewoners. We doen allemaal maar wat, maar vooral het verkeerde.
“Radicalisering begint er altijd mee dat mensen hun plek niet kunnen vinden”, aldus socioloog Jaron Harambam afgelopen weekend in De Volkskrant.
Deze opera past best goed in deze tijd
Summertime is een nummer uit de opera ‘Porgy and Bess’, geschreven door George Gershwin. Deze opera past best goed in deze tijd, van Black Lives Matter, van discussies over de uitwassen van slavernij, van wij en zij. Een Joods-Russische immigrant in de Verenigde Staten, die een muziekstuk schrijft, gebaseerd op de muzikale erfenis van de zwarte bevolkingsgroep van dat land. Een stuk dat, zoals het een goede opera betaamt, druipt van de ellende, waardoor de mooiste muziek ontstaat. Mensen kunnen hun plek niet vinden, of zijn niet tevreden met hun plek. Radicalisering ligt op de loer.
Van live muziek is deze zomer moeilijk te genieten. Het is er bijna niet. Festivals zijn afgelast, theaters en zalen blijven veelal dicht, want met 1,5 meter afstand is het onmogelijk om uit de kosten van het programmeren te komen. We moeten het doen met surrogaten: live streams, muziek via geluidsdragers. De culturele sector heeft het nakijken, op een aantal manmoedige initiatieven na. Waar moeten alle culturele werkers de komende tijd hun plek vinden? Radicalisering ligt op de loer.
Hoe lang blijven mensen het gevoel krijgen dat ze op hun plek zijn, als de waardering maar uit blijft? Voor de zorg hebben we, in de begintijd van de corona-crisis, onze handen rauw staan klappen. Het werd duidelijk wat de werkelijk vitale beroepen in onze maatschappij zijn (in ieder geval in de gedachten van vele mensen). Talloze mensen zijn teruggekeerd naar de ziekenhuizen, om er samen voor te zorgen dat we de crisis konden keren. In deze tijd worden miljarden euro’s steun gegeven aan allerlei bedrijven, zodat ze niet omvallen. Wat is de geldelijke waardering voor de zorg? Hoe vitaal vinden we de medewerkers nu echt? Blijft de aanwas van nieuwe gezondheidsmedewerkers, vinden zij hun plek? Radicalisering …..
Mensen op drift
Zo zijn er nog talloze onderwerpen bij de kop te grijpen, waarbij duidelijk wordt dat dit een tijd is dat mensen op drift zijn. Ironisch, want al in geen decennia zijn de mensen zo veel thuis gebleven bij ons in de buurt. Mensen op drift, dat wat we in Europa elke zomer zien, op weg met hun caravan of in het vliegtuig, op zoek naar een plek waar ze een tijdje op hun plek zijn, zodat ze er de rest van het jaar weer tegenkunnen. Maar ook mensen op drift vanwege oorlog, honger, droogte of overstromingen. Mensen die helemaal geen plek hebben. Radicalisering ligt op de loer.
Vinden mensen hun plek nog in de bedrijven waar wij werken? In deze tijd waar faillissementen dreigen, reorganisaties gaande zijn en waar ook nog gewoon gewerkt wordt? Ik denk niet dat we tot na de zomervakanties kunnen wachten om dit ter sprake te brengen: in de teams, onder collega’s, aan de overlegtafel. Ik wens je een mooie zomertijd.
Summertime
And the livin’ is easy
Fish are jumpin’
And the cotton is high
Oh, your daddy’s rich
And your ma is good lookin’
So hush, little baby
Don’t you cry
One of these mornings
You’re going to rise up singing
Then you’ll spread your wings
And you’ll take the sky
But ‘til that morning
There’s a’nothing can harm you
With daddy and mammy standing by
Tekst: DuBose Heyward
Deze column verscheen op 6 juli 2020 op www.ornet.nl